Garage Minerva Aarschot – bron: Aarschot weleer

Arthur (3 september 1939)

De oer-Belgische Minerva van Arthur is één van de eerste auto’s in Aarschot.
Vervolgens schaft Arthur zich een Dodge aan in de Jozef II-straat te Brussel, waarmee hij met Clementina wekelijks de groothandelaars in modestoffen bezoekt (o.a. waar nu het stripverhalen museum gevestigd is). Komt er op de Brusselsesteenweg een tegenligger aan, dan rijdt Arthur vlug naar de kant om een ongeval te voorkomen!

“De witte (echt wit, niet ‘elfenbein’-wit) Porsche (met een ‘W’ nummerplaat, herinner ik mij) was wel niet de hyperzeldzame en hyperbreekbare raceversie 356 Carrera GT 2000GS. Het was wel de 356 C (gezien de afgeplatte wieldeksels en de beide uitlaten in de achterbumpersmet 1600 motor en 95 DIN-pk. én schijfremmen. Dat ging al wonderwel goed vooruit, want gewicht maar net 900 kg.” – Arie

“De Peugeot 404 herinner ik mij nog goed: het was een ‘Injection’ zoals links van de nummerplaat achteraan in discrete doch sierlijke letters stond vermeld. Hij was lichtblauw niet-metaalkleurig, in de woorden van Frie ‘Oslevraakesblaat’ genoemd.” – Arie

Naamvermeldingen van garagisten worden verwijderd. Heeft Frie de topversie van een type moet het kenteken er ook af. Bij een instapmodel laat hij het kenteken staan. Met branding op draagtassen mag je trouwens in Aarschot ook niet gespot worden. Bij inkopen wordt de buidel eerst binnenstebuiten gekeerd.

Citroën cx Pallas van 1976 tot 1980 “Niks as kweddele mee gehad.” – Frie

Matra Simca Rancho – Der Protzklotz – En voiture Mia! (1978-1982)

Frie haalt paardenvoer en toert rond met een tweedehands Renault Fourgonette van Gervais Danone.

Frie en Ilse

Frie met zijn statusblik (1985)

Om 7:30 uur neemt Frie zijn zonen mee naar Aarschot. Wanneer Frie een vrijend koppel ziet, stopt hij woedend, opent het raam en buldert: “Hoes zit et? Moet ik merrege een matras meebrenge?” De zonen kruipen weg van schaamte. Zéér genant om later de vrijer in schoolgangen te kruisen. Vervolgens gaan ze per fiets naar school. Geregeld gaat de notaris op prospectie bij autodealers, die hem met de nodige égards rondleiden. “De echte autoliefhebbers vervangen hun wagen niet graag.  Het draait om het gevoel van: ik droom ervan. Ik was graag garagist geworden.” – Frie Een garagehouder haakt in:  “Allé Meniejer de notuires, tot as me noch es zuike kunne doen!”

In de jaren negentig rijdt de hoofdspersoon van deze rubriek met deze Japanese glimmende patserbak. Pieter komt met een broeksriem met een groot letterteken ‘H’ thuis. Frie: “Ah, ‘H’ van Honda! Hemme ze u in de garuisj ne ceinture meegegeven? Mia: Nee Frrie! Frie: “‘H’ van wa dan? Homo?” Mia: Maarr nee, dat is Hermès, het chiqueste merrk. Wij kunnen dat niet betalen. Maarr ij eeft et verr gebracht… .” Frie: “T’iejenige wat’m kan zegge is: ‘da’s chique of da’s ni chique’. Zie mui da ge luiter met een hiejel rijke trouwt, die u kan onderhoude want d’er zit gee werreken in u.”

De miniatuur Peugeot rechts in beeld is een 404. Vlak voor zijn overlijden in 1969 had Clément Jamar er zo een aangeschaft. Mia nam hem over. Met hamer en schroevendraaier poogt peuter Pieter de portieren, koffer en motorkap van zijn miniatuurautootjes open te prutsen. Bij diegene dat het niet lukt probeert hij het door ze een voor een achter de wielen van de 404 van Mia te zetten. Wanneer Mia in achteruit vertrekt merkt dat zij Pieters’ experiment en hij krijgt daarvoor een pak rammel. Vanaf toen krijgt Pieter niet veel speelgoed meer want hij doet toch alles kapot.

Pieter – Yamaha 80cc

Vanaf zijn achttiende toert Pieter overal naar toe. Vooral naar Brussel in het Schwulenviertel. Daar leert hij een Marrokaanse muscle hunk kennen die vooral graag met de Honda rijdt. Hij neemt Pieter al eens mee naar Schaarbeek waar hij samen met zijn moeder en zusjes op de hoogste verdieping van een huis woont. Al vlug moet Pieter zijn vader op de hoogte brengen dat de moto gestolen werd. “Alé, dan moet ik dui oek gèn assurance ne-mieje veu betuile.” – reageert Frie Daarna wilt de hunk man Pieter niet meer zien. Enkele weken later ziet Pieter die gast met zijn moto in Brussel cruisen. Pieter laat het zo want te lastig om dat allemaal op te lossen…

de gebroeders Van Kerckhoven

“Hij heeft mijne moto in Brussel luite pikke, veu de jeanette-koote.”

De eerste rijervaring van Pieter is in ’t geniep met de bordeaux Pacer van buurvrouw Clairette.

De jonge Pieter voelt zich een buitenbeentje. Hij verlangt naar vrijheid, naar een bestaan dat niet wordt bepaald door schema’s en planningen: “Mijn leven werd ingevuld, als een kleurplaat. De grenzen duidelijk afgebakend door dikke zwarte lijnen.”

een Harley is een perfect voorbeeld van hoe Pieter zijn mannelijkheid in de verf wilt zetten (Parijs, 2021)

“Freiheit ist der Wille, für sich selbst verantwortlich zu sein.” – Max Stirner

<< XXV Lavendula

XXVII Kleinkinderen >>>