XV Trop aimée

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF2038-2k-735x1024.jpg

Clément en Colette Jamar Swerts (1962)

Op zoek naar de roots van Mia in Houthalen: Mia’s overgrootvader Jamar werd als Luiks officier in het militair kamp van Leopoldsburg gekazerneerd. Mia’s moeder was afkomstig uit de Noord-Limburgse gemeente Heppen, later deelgemeente van het huidige Leopoldsburg, daar exploiteerde grootvader Henri Swerts (1888-1979) een zaaigoed, steenkool-en graanhandel aan het Kanaal van Beverlo. Het kanaal werd destijds doorgetrokken naar Leopoldsburg om de cavalerie aldaar te bevoorraden. Het kanaal is nog altijd open en stopt aldaar. In de ‚kom‘ van het kanaal waar zijn handel vlakbij was gelegen ligt nu een jachthaven. Om te leren zwemmen gooide Henry zijn dochter meermaals in dit kanaal en met een trekzeel onder haar armen gebonden sjorde hij haar door het koude water. Door zijn harde aanpak heeft Colette de rest van haar leven een rillerige schrik van water. Henri wordt jong weduwnaar zodat Colette de opvoeding van haar jongere broers en zussen op zich neemt. Haar vader Swerts laat zijn zaak over aan een van zijn zonen Louis, hertrouwt met de weduwe van een legerofficier en reist met zijn nieuwe ega de wereld rond. Mia’s vader Clément is werkzaam in de steenkoolmijn van Houthalen en huwt in 1938 met Colette Swerts.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is godfried-dscf6589-1k9-725x1024.jpeg

Berthilia Swerts Maes, de grootmoeder en meter van Mia

Elisa Duchene

Bij stiefgrootmoeder Elisa die in Parijs had gewoond wordt er stil gezeten en zwijgen kinderen, daarom krijgt Maria’ke preventief een pak rammel.

Clément trekt ten strijde tegen de overheerser terwijl Colette met baby Mia te voet richting Arras (Frankrijk) vlucht.

gedicht:

Soldaten

We zijn als

in de herfst

aan de bomen

de bladeren.

Salvatore Cantore (1918)

Clément, de vader van Mia op 58-jarige leeftijd overleden

Deze klok stond bij de ouders van Clément Jamar

Colette en Clément bouwen in 1949 hun pittoresk en vredig aandoend nest, een kleine witte bakstenen villa, in de Limburgse Kempen te Houthalen, Ringlaan 17. Voor de funderingen van start gaan legt Colette een Onze-Lieve-Vrouw medaille op haar bouwgrond. In de tuin langs de zonovergoten boomgaard naast het dorp wuiven stokrozen en seringen in de eerste zomerbries tegen een achtergrond van den Teut: het grootste heideterrein van Midden-Limburg en met een schilderachtige afwisseling van beekdalen, vennen, duinen, bossen en akkertjes.

Een koffieserviesje van Colette. Bij de bomma is het een zoete inval. Tweemaal per week komt de bakker aan huis om vlaai te leveren.
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF2024-2k-1024x704.jpg

Frie, Clément, Mia, Colette

In zijn Voltaire-zetel las Clément ‘Le comte de Monte-Cristo van Alexandre Dumas
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1062-1024x759.jpg

Pieter, Mia, Gert, Ilse, Colette (1979)

“Dui komt zjust niks van vuts, van die smeirige joeng. Let oep m’n woorde.” – Frie

Mia vertoeft graag in Parijs. “Moa Mieke, blij-jft doar toch weg mee j’al die caberdouchkes.” (bars pour y accueillir une douce femme pour le plaisir des hommes)” – Colette Pieter fluistert in Mia’s oor om het niet meer over Parijs te hebben en de vreedzame bestemming “Het Zwarte Woud” te noemen wanneer zij naar de lichtstad trekt.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1054-1024x698.jpg

Frie en zijn schoonmoeder (1987)

In Houthalen richt Colette ‘Het Kinderheil’ op (voorloper van Kind en Gezin). Leidt zij de ‚vrouw aan de haard’ en pleit voor een herwaardering van de huismoeder door een zgn. aanrechtsubsidie. Vrolijk komt zij geregeld met weekend op de heuvel en passeren zonder een blad voor de mond te nemen haar schouderophalende uitspraken de revue: Haar kleinkinderen hoeven niet wakker te liggen over studies of geldgebrek. ” Och God, och God, och God! Dat ons mennekes maar oep een schoewen manier profitere van ’t leve, want ’t got allemoal zoe rap voorbij. Os Gerteke moet maar e boerke worde en os Pitterke ne muzikant! Que sera sera, wat zal zij’jn zal zij’jn.” De warmhartige Colette en haar schoonzoon worden niet als “intellectuele zielsverwanten” getypeerd. Met aversie, een hartaanval nabij, reageert Frie op haar gedachten. Colette, terziele gegaan op Hemelvaartsdag doet Mia jarenlang tranen pinken. “Gui’da na wee beginne?” – hardvochtige Frie

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1030-1024x873.jpg

Ilse en Pieter (1975)
Van hun bomma krijgen Ilse en Pieter een papieren rok. Pieter weet dat zijn pa dat niet wilt en bewaart zijn gewaad in een schoendoos onder zijn bed, maar Frie had de rok eens gevonden en in het haardvuur gesmeten.

« Velle suum cuiqui est »
« Wat een mens wil, is voor iedereen persoonlijk» – Persius

Colette stelt voor dat “os Pitterke” maar bij haar moet komen wonen en heeft Frie en Mia helemaal overtuigd. Maar de pastoor van Houthalen steekt daar een stokje voor en maakt pijnlijk duidelijk dat ze Colette zo iets niet mogen aandoen. De verklaring ligt voor de hand: hij merkt dat Pieter zich anders gedraagt dan anderen. Dat Pieter door zijn ongepaste levensvreugde wellicht homo is en niet geholpen kan worden.  Daardoor heerst er verdriet rond het knaapje. “Homosexualiteit, daar was ik toen nog niet mee bezig, maar het heeft mijn verbeelding wel enorm geprikkeld. In de christelijke school in Aarschot leerde ik hoe je moet ­vergeven. Maar over mijn geaardheid kregen we niets te horen.“ – Pieter

In de klankrijkdom van de Limburgse tongval vertelt Colette betoverende sprookjes uit de Nederlandsche Volkskunde met een moraliserende boodschap zoals bv ‘Janneke Tietentater’.

Door Colette ontelbare keren verteld aan de kleinkinderen

XVII Frie en Mia krijgen drie kinderen >>>