XV Trop aimée

Clément en Colette Jamar Swerts (foto: Bokrijk 1962)

Henri Swerts (1888-1979), de knaphandige bonpapa. Ontdek hier zijn verhaal.
Colette Swerts, de schoonmoeder van Godfried Van Kerckhoven is herkomstig uit de Noord-Limburgse gemeente Heppen, later deelgemeente van het huidige Leopoldsburg. Haar vader, Henri wordt op 17 november 1888 in Koersel geboren als zoon van Petrus Swerts (1850-1891) en Maria Vanherle (1848-1934).

Met hulp van een hondenkar verkoopt Henri Swerts aan de militairen van ’t Kamp.
De knappe hunk start zijn loopbaan als kooivechter in Luik. Die van Swerts zijn messentrekkers, vechtersbazen. Henri kan nauwelijks schrijven maar tellen is zijn sterkte. Met zijn hondenkar trekt hij rond Leopoldsburg en verkoopt gestadig aan de militairen van ’t Kamp. Ten tijde van de grote manoeuvers bivakkeren in ‘Bourg-Léopold’ tot 140.000 manschappen. Als soldaat wordt hij door zijn gestalte geselecteerd deel uit te maken van de Koninklijke paleiswacht in Brussel. Door de eentonigheid in het paleis besluit Henri een een uiltje te vangen. Paleiswachter Henri zet zijn berenmuts af en legt zich in ‘un fauteuil royal doré feuille d’or’ maar wordt betrapt door het prinsesje Marie-José die hem uitsnauwt. Gedurende WO I wordt Henri opgeroepen om strijd te leveren maar hij verschuilt zich. Hij timmert een houten kist, steekt die onder het hooi, en kruipt daarin wanneer er naar hem gezocht wordt. Zo kan hij blijven werken.
Jonge Henri woont aan het *Kanaal van Beverlo. Daar zwoegt hij als losser van binnenvaartschepen. Henri lost 70kg wegende zakken steenkolen en granen van kanaalschepen. Tussen dat kanaal en zijn woonst ziet hij treinen met wagons gevuld met kolen komende van Antwerpen vertragen, om even verder op halt te houden in het station van ’t Kamp. Onze geslepen gast werpt het op een akkoord met een machinist om de treinen vlak voor zijn boerderij telkens even te laten stoppen. Henri die de treinen opwacht, trekt snel een wagon open en laat het ‘zwarte goud’ er uit daveren. Er liggen boomtakken, hooi en bladeren klaar klaar om snel de stapel kolen te verbergen. Zo start hij een eigen zaak van steenkool, zaaigoed en graanhandel aan het Kanaal van Beverlo. Jaren later in het tijdschrift ‘Ons Bestaan’: “De tijd dat schipper Vanherck-Possemiers 250 ton steenkolen naar Leopoldsburg bracht voor handelaar Henri Swerts blijft een duurbare herinnering.” – “Ons bestaan, Leopoldburg families”
*Het kanaal werd destijds doorgetrokken naar Leopoldsburg om de cavalerie aldaar te bevoorraden. Het kanaal is nog altijd open en stopt aldaar. In de ‚kom‘ van het kanaal waar zijn handel vlakbij was gelegen ligt nu een jachthaven.
Tout est bon dans l’cochon

Bourg-Léopold – Camp de Béverlo – le ballon captif – de ballon Leopoldsburg zeppelin (1918)
Met de militaire kazerne sluit Henri Swerts een overeenkomst: Hij mag daar de voedselresten laten ophalen. Achter zijn boerderij laat hij prompt een stal bouwen voor een vijftigtal varkens waaraan hij de voedselresten serveert. “Toen zagen wij een zeppelin voorbij vliegen. Zoiets had nog niemand gezien. De mensen kwamen naar buiten en riepen: “Der hangt e groewet vèrreke in de loecht!” – lacht Colette
Huwelijk van Henri Swerts met Berthilia Maes (1909)

Henricus en Berthilia Swerts Maes (foto: 1909)
Het huwelijk van Henri met Berthilia komt als een totale verrassing. Kort daarop, na een ‘geheime’ zwangerschap verwelkomen Berthilia en Henri hun eerste kindje. Het meisje Colette genaamd is het eerste van zes kinderen.

boven: Theresia Swerts (1883-1917) – Guillaume Maes (…-1942) – Remy Swerts (1875-1957) – Frans Swerts (*vechtersbaas) (1877-1971) – Pierke Put (1881-?) Louis Swerts (noenk van ’t hof)
onder: …. – Berthelia Maes (1890-1942) – Henri Swerts – Josephine Van Herle (1848-1934)
*Wat doet Frans Swerts na een woordenwisseling tussen hem en een onrechtvaardige tegenstrever van zijn familie? De gaffel in handen nemen en de opposant daarmee doorsteken.
Vergeten Leopoldburgse Colette Swerts: “Haar leven leest als een sprookje.”

jonge Colette thuis, met op de achtergrond de spoorweg
Om te leren zwemmen gooit Henri zijn dochter Colette meermaals in het kanaal en met een trekzeel onder haar armen gebonden sjort hij haar door het koude water. Door zijn harde aanpak heeft Colette de rest van haar leven een rillerige schrik van water.
Henri in rep en roer over zijn oudste dochter Colette: wat is er aan de hand?

Het karmelitessen klooster van Leopoldsburg (foto: 2025)
(1922) Priester Edward Poppe verlaat zijn arbeidersparochie Sint-Coletta in Gent om in Leopoldsburg het Karmelietessen klooster op te richten.

de kloosterdeur in Leopoldsburg (foto: 2025)
Als jong meisje trekt Colette vaak aan deze deurbel. Een paar keer per week geeft zij hier een mand af met eten voor de karmelitessen. Het roostertje in de deur staat tijdens de gesprekken met de slotzuster tussen hen in. Colette legt haar oor te luisteren bij priester Poppe (1994-1924). De in 1999 heilig verklaarde, overtuigt Colette ervan om als een Godgewijde vrouw in afzondering van de wereld te leven. Wanneer vader Henri kennis neemt van dit plan dreigt hij ermee zijn dochter op te hangen. Henri blijft wel gratis kolen leveren aan het klooster. Colette bergt haar slotzusterkes (zo noemt zij karmelitessen) plan op en bedisselt dan maar om met haar oudste broer Louis in de ouderlijke boerderij te blijven wonen en om niet te trouwen. Ook dit plan wordt opgeblazen wanneer zij in 1938 Clément Jamar ontmoet.

In 1901 werd de ouderlijke boerderij van Colette gebouwd

uitzicht achter de boerderij (foto: 2025)

visitekaartje
Colette fietst de hele omgeving kerken, kapelletjes en kloosters af. Zij kent veel ‘zusterkes’ en ‘pastoewerkes. Jaarlijks gaat zij te voet op bedevaart naar Scherpenheuvel of naar Diest bij ’t heilig paterke. Colette bidt voor ‘Onze Lieven Hiejer’ en ‘Os Li’vrouwke”. Wekelijks gaat zij naar mis maar ook naar de cinéma in Hasselt. Diep Christelijke Colette verafschuwt de lichte zeden. Door de enorme militaire aanwezigheid zijn er in Leopoldsburg heel wat bordelen: kabardoesjkes noemt zij dat.

Colette heeft de toegang tot de mes van de officieren gevonden. Daar gaat zij in de keuken stiekem eten weghalen dat zij verder geeft aan de arme mensen van Leopoldsburg. Tot zij uiteindelijk betrapt wordt. Toch wordt Colette niet gestraft omdat zij meevoelend is met “de erm menskes”.

Colette Swerts
Broers en zussen van Colette

keurig geklede Louis en op de poney; krullenkop Guillaume

Guillaume Swerts, genoemd naar zijn dooppeter en oorlogsmartelaar Guillaume Maes.

Maria Swerts (+, foto)
Josephina Swerts (+)
René Swerts

Louis Swerts (1915-1996) “Onze Louis was een lenig en sterk menneke. Met een aanloop sprong hij langs achter op het paard en zonder zadel galopeerde hij door de weide.” – Colette
Een gebroken hart, bestaat het echt?

“Moeder stierf van verdriet toen zij vernam dat haar broer Guillaume Maes gesneuveld was tijdens WO II .” – Colette

Berthilia Swerts Maes (1890-1942)
Bijzonder tragisch: Na het verlies van haar geliefde broer Guillaume Maes “is haar hart gebroken”. Het is een ziekte die mensen raakt die verder vaak gezond zijn.
Het ‘gebroken hart syndroom’ is een (zeldzame) vorm van acuut hartfalen door een vermindering van de pompfunctie van het hart. Het syndroom komt vaker voor bij vrouwen en vooral na de menopauze. Maar het komt ook voor bij mensen met psychische stress of trauma, bijvoorbeeld door het verlies van een geliefde.
(2024) René Swerts, 93 vertelt over de grote leegte wanneer zijn oom en moeder de familie achter laten.

detail kantwerk van de hand van Berthilia Swerts Maes
’t Madammeke
Weduwnaar Henri Swerts besluit terstond te stoppen met werken. Hij heeft voor zijn 50ste vijf eigendommen met landerijen vergaard. Henri laat zijn kolen-en graanhandel over aan zoon Louis. In 1943 hertrouwt hij met Elisa Duchêne.

Elisa Duchêne
“Les traditions comme les femmes sont faites pour être à la fois respectées et bousculées” – Jean d’Ormesson Homme de lettres et académicien français

(1940) De eerste echtgenoot van Elisa Duchêne: De Franse militair Deman. Hij was in Parijs op slag dood gevallen bij het zien binnentrekken van de Duitse bezetter.

Uit het dak van de bus met donker pak zie je Henri. Elisa staat is eerste vrouw links voor de bus .

De lucht in! Henri en Louis Swerts
Het leven van het echtpaar Henri en Elisa bestaat uit vakantie en reizen. Voor mensen van onze tijd een heel normaal gebeuren. Ongeveer 100 jaar geleden was vakantie voor veel mensen niet weggelegd. Vrije dagen en vakantiegeld bestonden (bijna) niet. Van ‘madammeke’ (zo wordt Elisa achter haar rug genoemd) hoort Henri een driedelig pak te dragen en ‘un bâton de marche avec un pommeau en émaux’ (een wandelstok) gebruiken.

Henri Swerts en zijn tweede echtgenote Elisa Duchêne
Mia over haar stief-grootmoeder (2025)

het krantenrekje van Henri

Henri en Elisa Swerts Duchêne
“Mijn moeder had schrik van haar stiefmoeder, een Parisienne en vreesde dat ik daar de boel ging op stelten zetten. Daarom kreeg ik voor we bij haar op bezoek gingen op straat preventief een pak slaag. Elisa kon niet om met kinderen, die moesten stil zitten en zwijgen. Dan viel ik van miserie op ne stoel in slaap.” – Mia

Herman Swerts naast de Citroën DS 21 van zijn vader Louis. (foto: 1970 Houthalen)
“Onze oudst gekende stamvader is een zekere Blasius Swerts, die ca. 1672 als slotenmaker stond opgetekend.” – Herman Swerts
(2025) Herman staat even stil voor een jeugdherinnering “Mijn mama was gestorven aan een herseninfarct en ik was nog maar 15 denk ik… . Mis haar nog elke dag. Uw mama kwam me halen voor een vakantie in Duinbergen. Zo lief. Was leuk. Ik was nog nooit alleen zo lang weggeweest. Chique groot appartement. We gingen elke dag naar het tennisterrein want daar stonden veel dennenbomen en die miste ik wel. Elke dag ging ik ook naar de chique winkels en galerijen op de dijk van Knokke. Ik deed veel te veel geld op maar het was toch heel fijn. Uw mama was toen al een engel. Achter in de Porsche was er weing plaats voor de beentjes. “Gaat het Hermanneke? Ge kunt uw benen in de nek leggen… .” Zo een mooie herinneringen.” – Herman Swerts

Henri Swerts met zijn kleindochter Mia Jamar
Colette ontmoet Clément al dansend op ‘Violetta’

“Als corsage op de linker revers van een blazer werd door de mannen een ‘Wijnknoppeke’ (Calycanthus) gedragen om er feestelijk uit te zien op een bal.” – Colette

Clément Jamar (1910-1969)
Op zoek naar de roots van de schoonvader van Godfried Van Kerckhoven: Overgrootvader Jamar werd als Luiks officier in het militair kamp van Leopoldsburg gekazerneerd. Grootvader Theofiel Jamar was schrijnwerker in Koersel.

Het zakuurwerk van Theofiel Jamar
“Il vient une heure où protester ne suffit plus: après la philosophie, il faut l’action” – Victor Hugo

Clément en Colette Jamar Swerts (foto: 1938)
Clément Jamar is werkzaam in de steenkoolmijn van Houthalen en huwt in 1938 met Colette Swerts. In 1940 krijgt het stel een dochter, Mia Jamar.

Korenbloemen in een mand – van de hand van Pauline Jamar (1850-1911) – olie op canvas (38x46cm) – de uitverkoorne bloem van Colette

menu naar aanleiding van het huwelijk van Clément en Colette

(1940) Alleen (haar man is opgeroepen) met haar dochtertje in een kinderwagentje, trekt Colette op vlucht en bereikt te voet Arras in Frankrijk. En dat nadat ze pas hersteld is van een heelkundige ingreep. Moed en vertrouwen, gebed en liefde, gesteund door een blijmoedig, koppig doorzettend karakter, helpt haar alle moeilijkheden te overwinnen.
(2024) Mia vertelt over WO II herinneringen

Deze klok tikt bij de ouders van Clément Jamar
“Le temps s’en va, le temps s’en va, madame. Le temps, non, mais nous nous en allons.” – Pierre de Ronsard
Hootelle (Houthalen)

Ontdek het huis van Clément en Colette

Ringlaan, 17 Houthalen – Colette staat in het vensterraam
Hun huis is een copy van een huis in Hamburg Poppenbüttel, gebouwd in 1937 door architect Rudolf Lodders. “Allen seinen Wohnhäusern gemeinsam sind die geneigten, zum Teil gewalmten Dächer, mit Ziegeln, aber auch mit Reet gedeckt. Fenster mit Rundbögen und kleinteilige Fensterscheiben und Fensterläden bestimmen ihre Architektur. … Dort die zwar nicht weniger funktionalen, aber dennoch auf Rückzug, Privatheit und beruhigendes Wohlbefinden abzielende Raumatmospäre seiner Wohnhäuser.” – Der Architekt als Bauherr, Hamburger Baumeister und ihr Wohnhaus

Colette ziet dit huis in een boek en laat hetzelfde bouwen
Colette en Clément bouwen in 1949 hun pittoresk en vredig aandoend nest, een kleine witte bakstenen villa, in de Limburgse Kempen te Houthalen, Ringlaan 17. Het huis is een copy van een huis gebouwd in 1937 in Hamburg van architect Rudolf Lodders. De schuine uitsprong aan de voorgevel rechts tekent zij erzelf bij, “zo lijkt het meer sprookjesachtig”. Voor de funderingen van start gaan legt Colette een Onze-Lieve-Vrouw medaille op haar bouwgrond. In de tuin langs de zonovergoten boomgaard naast het dorp wuiven stokrozen en seringen in de eerste zomerbries tegen een achtergrond van den Teut: het grootste heideterrein van Midden-Limburg en met een schilderachtige afwisseling van beekdalen, vennen, duinen, bossen en akkertjes.

Familie Swartz uit Wenen bij Colette op bezoek (foto: 1977)

Frie over Mia’s ouderlijke huis: “Da’s oemmes niks weijed, mee da da vlak nui den oorlog is gebouwd zit dui niks isolaase in. Ze gaat daar niks voor krijge en da wordt direct met de grond nee gesmeete.” Naar het einde toe verkoopt Colette haar huis en bekomt de prijs die zij hoopte. Anno 2025 zijn al de oude villa’s rond deze eigendom gesloopt. Het enige dat tot nu toe van de sloophamer gespaard bleef is dat van Colette en Clément. “Mijn bomma hoopte dat ik in haar huizeke zou komen wonen”. – Pieter (foto: Houthalen, 1977)

Houthalen ligt op het Kempisch laagplateau en wordt voor het eerst vermeld in 1117 als Hallu. Bronnen leggen uit dat de gemeentenaam te maken heeft met halahdra (jeneverbessenstruik) en lo (bos) ofwel uit als Halen (hal = harde, droge grond) bij het bos.


Clément, Mia en Colette
Beluister hier het gesprek tussen Mia en Pieter over Clément Jamar (2024)

Art Deco glas in lood in de Sint Martinuskerk waar Clément en Colette naar de mis gaan.

Frie, Clément, Mia, Colette

Deze ‘Voltaire’ zetel kan je verstellen van een zittende naar een liggende houding. Hij stond in het paviljoen achter in de tuin in Houthalen. Clément Jamar las daar ‘Le comte de Monte-Cristo’. (Hamburg, 2017) Pieter leest de roman in dezelfde zetel.

2024, verfilming van de roman van Alexander Dumas
“Je eigen rug is wat de achterkant van de maan voor de aarde is. Altijd daar en altijd onzichtbaar.” – Ludwig Volbeda
(2024) René Swerts vertelt over zijn schoonbroer Clément Jamar

Clément Jamar (foto:1962)
In februari 1969 wordt bij Clément alvleesklierkanker vastgesteld. Op 9 maart bezwijkt Clément Jamar op 58 jarige leeftijd aan de ziekte.
“Mijn dooppeter Clément overleed een maand na mijn geboorte. De bomma en moeder zeiden aanhoudend dat ik helemaal op hem leek. Daarom had ik als kleine jongen mijn sterfdatum al gekozen: ik ging er vanuit even oud als Clément (58) te worden. Wanneer ik m’n bedroevende schoolrapporten liet zien leek ik volgens m’n ma plots helemaal niet meer op hem. “Uwe peter, dat was wat anders. Dieje kon zo goed rekenen en hij had veel orde. Gij se slordige patoeter!” – Mia “Oef… dan kan het toch zijn dat ik ouder word als hem.” – Pieter

Armand Jamar (1870-1946) – 29×37 cm – 1927
Een paneel dat Pieter ontving uit de burgemeester Jos Daems (1926-1983) collectie.
Nadat Clément vroegtijdig heenging neuriet Colette herhaaldelijk het vergeten lied ‘Margrietje (De rozen zullen bloeien)’.
In ’t keukske (in de keuken)

In ’t keukske brengt de kolenkachel de zachtheid van warmte. “’t Moewerke” (een rode emaille koffiepot) zorgt voor waterverdamping. Wordt taaie Colette toch eens ziek, dan zorgt Mia voor een dokter consultatie en haalt de medicijnen aan dewelke terstond opgestookt worden. Het is geweldig om te zien hoe eekhoorns de tuin van Colette gevonden hebben, je kan daar de hele dag genieten van een prachtig schouwspel van de schattige diertjes! Bij Colette is het een veilige plek om te nestelen.

Dorpszicht, olie op canvas, gesigneerd Maryse
Colette is verknocht aan dit Kempisch dorpszicht, net zoals zij het in haar jonge jaren gekend had.
“Toen ik in 2024 na vele jaren terug met het schilderij in aanraking kwam zag het zwart van de sigaren-en steenkoolkachelrook. Een restaurateur heeft het werk helemaal in ere hersteld.” – Pieter

Het koffieserviesje van Colette gedecoreerd met oranje havikskruid
Bij Colette krijg je een echt Limburgs hoeve ontbijt geserveerd. Voor het aansnijden van een brood wordt nog door Colette met een mes het kruisteken over het brood gemaakt. Naast Kempisch bruin brood is er “de mik” (brood met parelsuiker, rozijnen, kaneel en echte boter). ’s Morgens worden er altijd speklappen gebakken. “De browa spek” wordt nen halleve vinger dik in goei boter krokant gebakken. De kleinkinderen soppen met hun bookes de pan met botervet leeg. Bij haar is het de zoete inval. Tweemaal per week levert de banketbakker Jan uit Heusden Limburgse vlaai aan huis.
Och God, och God, och God…

Pieter, Mia, Gert, Ilse, Colette (foto: Wolfsdonk, 1979)

Frie en zijn schoonmoeder (foto: 1987)
In Houthalen richt Colette ‘Het Kinderheil’ op (voorloper van Kind en Gezin). Leidt zij de ‚vrouw aan de haard’ en pleit voor een herwaardering van de huismoeder door een zgn. aanrechtsubsidie. Vrolijk komt zij geregeld met weekend op de Steenheuvels en passeren zonder een blad voor de mond te nemen haar schouderophalende uitspraken de revue: Haar kleinkinderen hoeven niet wakker te liggen over studies of geldgebrek. ” Och God, och God, och God! Dat ons mennekes maar oep een schoewen manier profitere van ’t leve, want ’t got allemoal zoe rap voorbij. Os Gerteke moet maar e boerke worde en os Pitterke ne muzikant! Que sera sera, wat zal zij’jn zal zij’jn.” De warmhartige Colette en haar schoonzoon worden niet als “intellectuele zielsverwanten” getypeerd. Met aversie, een hartaanval nabij, reageert Godfried op haar gedachten. Colette, terziele gegaan op Hemelvaartsdag doet Mia jarenlang tranen pinken. “Gui’da na wee beginne?” – hardvochtige Frie die het lovenswaardig vindt dat zijn schoonmoeder weduwe is gebleven, haar leven niet heropgebouwd heeft met een andere man.

“Avoir la patate” (1906) – Ignacio Zuloaga – olie op canvas
Om geen patatten-neus te krijgen moeten de mennekes van Colette hun neuzeke zachtjes naar onder strijken. Tot gruwel van Collete duwt Pieterke zijn neus omhoog in pig style. Frie, zijn broers en moeder hebben pikzwart haar en worden binnen een paar dagen super bruin. Frie heeft de typerende neus van de familie Van Dijck. Hij is er zeker van dat hij Spaanse pepers in het bloed heeft.

Ilse en Pieter (foto: 1975)
Van hun bomma krijgen Ilse en Pieter een papieren rok. Pieter weet dat zijn pa dat niet wilt en bewaart zijn gewaad in een schoendoos onder zijn bed, maar Frie had de rok eens gevonden en in het haardvuur gesmeten.
« Velle suum cuiqui est »
« Wat een mens wil, is voor iedereen persoonlijk» – Persius


Streling van licht
Fragment uit het tijdschrift “Ons bestaan” – Wij stellen voor: mevrouw Jamar Swerts (juli, 1994)
“… Een bezoek aan deze ongewoon flinke, krachtige, erg jeugdig uitziende 85-jarige loont de moeite. Haar mooie woning, grote tuin en gezellig interieur met de vele antikwiteiten beschrijven, zou ons te ver voeren. Alle aandacht spitst zich onmiddellijk toe op de flinke verschijning en de krachtige persoonlijkheid van onze gastvrouw die onmiddellijk aanvangt met te vertellen van haar boeiende, werkzame en plichtsgetrouwe leven. Haar vriendelijke, opgeruimde aard had en heeft steeds de bovenhand. Mevrouw Jamar is bekommerd om haar evenmens. Ze was dat trouwens altijd. Een massa mensen werden door haar toedoen – of door dat van haar echtgenoot (+1969) – materieel en liefdevol geholpen. Daardoor wisten de Jamars zich een groot aantal vrienden te maken. Er kloppen trouwens zoveel vroegere vrienden aan dat mevrouw Jamar nooit echt alleen is, al woont haar enige dochter in Aarschot. … Clément was en bleef haar grote liefde en het was voor haar dan ook hartverscheurend toen ze hem moest afstaan, nu 25 jaar geleden. Al die tijd bleef ze alleen in haar “huizeke” wonen, zoals ze haar villa zelf noemt. … Ze kan anderen bemoedigen, ondersteunen met haar wijze woord, de weg wijzen. Daarom is ze door iedereen zo geliefd. Als we na het prinselijk onthaal naar huis gingen, waren we innerlijk rijker. Deze kennismaking was voor ons een openbaring. ” – E.S.

Een straatnaam dewelke Pieter opvalt in Napels (foto: 2025)
Colette stelt voor dat “os Pitterke” maar bij haar moet komen wonen en heeft Frie en Mia helemaal overtuigd. Maar de pastoor van Houthalen steekt daar een stokje voor en maakt pijnlijk duidelijk dat ze Colette zo iets niet mogen aandoen. De verklaring ligt voor de hand: hij merkt dat Pieter zich anders gedraagt dan anderen. Dat Pieter door zijn ongepaste levensvreugde wellicht homo is en niet geholpen kan worden. Daardoor heerst er verdriet rond het knaapje. “Homosexualiteit, daar was ik toen nog niet mee bezig, maar het heeft mijn verbeelding wel enorm geprikkeld. In de christelijke school in Aarschot leerde ik hoe je moet vergeven. Maar over mijn geaardheid kregen we niets te horen.

Deze cassette recorder ligt in een ladekast bij de bomma met cassettes in de muzikale genre van Marva en Freddy Breck. Pieter speelt de cassettes af en Colette zingt al lachend mee. Nadien moet Pieter alles terug opbergen want “Os Mieke heeft niet graag dat ik naar die muziek luister.” Naderhand informeert Pieter waarom zijn bomma niet naar liedjes van Marva en Freddy Breck mag luisteren. Voor die navraag krijgt hij ruzie en ’t menneke denkt bij zichzelf: “Amai, later zal ik toch luisteren naar en zingen wat ik wil. In ’t plat Rilluirs gezei: Da ze m’n ……. kusse.”

Du coup, Pieter rêve d’être une célébrité comme la Telajora. Om Jommekes albums te betalen graait hij centen uit de porte-monnaie van Mia en gaat er om in ‘de Panda’ te Wolfsdonk.

“Os Pitterke moet maar e muzikanteke worde.” – Colette
Van Janneke Tietentater

“Viske, viske uit het water” – Eric Roux Fontaine – pigmenten, hars, brons-en zilverpoeder (89x116cm)
In de klankrijkdom van de Limburgse tongval vertelt Colette ontelbare keren het betoverende sprookje ‘Janneke Tietentater’ met een moraliserende boodschap.





Dorpszicht, olie op canvas, gesigneerd Maryse
Colette was verknocht aan dit Kempisch dorpszicht, net zoals zij het in haar jonge jaren gekend had. “Het werk zag zwart van de sigarenrook en de steenkolenkachel.” – schilderij-restaurateur, 2024
“Le bien que l’on fait, parfume l’âme.” – Victor Hugo
Parijs is volgens Colette een oord van verderf. Haar dochter krijgt ervan langs wanneer zij naar Parijs trekt: “Blij-jft doar toch weg mee j’al die caberdouchkes.” (bars pour y accueillir une douce femme pour le plaisir des hommes)” Pieter fluistert in Mia’s oor om het niet meer over Parijs te hebben en de vreedzame bestemming “Het Zwarte Woud” te noemen wanneer zij naar de lichtstad trekt.

Pieter (19) op stap in Parijs ontdekt “Quelques Fleurs l’Original” en schnkt het aan Colette . Christophe Coineau schenkt op zijn beurt het reukwater uit 1912 aan Pieter (55). Pieter vindt van zichzelf dat hij het ver gebracht heeft, alleen al door deze parfum te kunnen dragen. Maar niet iedereen heeft dezelfde gedacht daarover:
“Rien est plus vivant qu’un souvenir” – Federico Garcia Lorca

Je kan hieronder de gedigitaliseerde lakplaat door tante Terry verteld beluisteren. Gedateerd op 1969. De opnames van het sprookje duren 5’55 en 6’20 minuten

Colette bevestigt dat de Vergeet-Me-Nietjes in haar tuin afkomstig zijn van het waar gebeurde sprookje. Het worden Pieters’ lievelingsboempjes.

Bononnière met Vergeet-me-nietjes in de vorm van een miniralogical cabinet, bestaande uit 57 genummerde gemstones. (Dresden, circa 1785-1790)
XVII Frie en Mia krijgen drie kinderen >>>